woensdag 30 mei 2007

Billy de geit

Als je vanuit Spoorwijk vanaf het dierenasiel door het bosje naar de tennisbanen loopt, zie je aan het eind van dat bosje een geit. Deze geit, die Billy heet, is een echte stinkende boze geit. De hele dag staat hij vast aan een touw aan een paal op een klein grasveldje. Omdat hij zo boze geit is, probeert hij voortdurend met zijn kop dingen te stoten. Als hij geen gras eet, dan stormt hij met zijn kop naar beneden en zijn hoorns naar voren op bomen en zijn paaltje af.
Billy was altijd wel een boze geit, maar er waren van die dagen dat hij veel bozer was. Dit had alles te maken met een stel Spoorwijkse jongens die hem met regelmaat kwamen plagen. Ze zwaaiden met stokken naar hem, schreeuwden, schelden en als hij dan achter hen aan wilde rennen om hen eens flink te stoten met zijn hoorns, zat hij vast aan zijn touw. De jongens bleven net buiten bereik staan en plaagden hem dan nog meer. Pas als de jongens weggingen, kon hij teruggaan naar zijn stukje gras, mopperend en boos als nooit te voren.
Op een dag kwam eekhoorn langs. Eekhoorn wist altijd dingen beter. "Ik weet hoe je die jongens kan pakken; het is makkelijk." Maar Billy luisterde nooit naar hem en gromde: "Als ze maar dichterbij kwam, dan zou ik ze mijn hoorns eens laten voelen. Ga jij maar naar je noten. Wat weet jij er nou van!" De hele dag oefende Billy op een boom en deed net alsof het de jongens waren.
De jongens kwamen elke woensdagmiddag. Maar nu in de voorjaarsvakantie kwamen ze elke dag! Billy was nog bozer dan ooit! Elke dag kwamen ze hem plagen. Elke dag rende hij op ze af en elke dag deed dat nare touw meer zeer in zijn nek van al dat trekken! En als dat al niet genoeg was, elke dag kwam eekhoorn langs om te zeggen dat hij wel wist hoe Billy de jongens kon pakken. Om nog bozer van te worden! Billy haatte de schoolvakantie. Hij haatte wat ze deden, maar luisteren naar eekhoorn? Nee hoor!
Aan het eind van de week was Billy het helemaal zat.
Hij schreeuwde tegen eekhoorn: "Dus hoe kan ik die jongens pakken?"
Eekhoorn glimlachte: "Oh, nu wil je het wel weten?"
"Als je het weet, vertel het me dan!"
Eekhoorn knikte. Hij fluisterde: "Het touw om je paal zit in een geknoopte lus. Als je naar de paal toeloopt, kan je met de tanden zo de lus van de paal halen."
Billy kon het niet geloven. Het was zo simpel. Waarom had hij dat zelf niet gezien. Hij kon niet wachten tot de volgende dag. ’s Morgens haalde hij voorzichtig met zijn tanden de lus van de paal, maar… hij bleef vlak bij de paal staan zodat het leek alsof hij nog steeds vastzat. De jongens kwamen weer naar het bosje om hem te pesten, maar deze keer rende Billy niet op hen af. Ze waren verbaasd en kwamen een beetje dichterbij om te kijken wat er aan de hand was. Ze kwamen nog dichterbij en nog dichterbij en ineens… rende hij op ze af. Ze probeerden weg te rennen, maar Billy stootte ze keer op keer. Gillend rende ze het bosje door om elke keer weer een harde kopstoot van Billy te krijgen. Toen ze eindelijk thuis waren, zaten ze onder de blauwe plekken. Nooit zouden ze teruggaan naar het bosje om Billy te plagen.
Billy wandelde triomfantelijk naar zijn paal terug. Toen hij langs eekhoorn kwam, zei hij zachtjes: "Dank je wel!"

Geen opmerkingen: